Armoede
De Christen Unie vindt dat maximaal moet worden ingezet op mensen die leven in armoede en/of met problematische schulden van doen hebben. De beide leefgebieden hebben niet alleen te maken met geld maar daaraan zijn praktisch altijd ook problemen op het gebied van de psyche, relaties, werk, isolatie en eenzaamheid verbonden. De maximale inzet van de gemeente Alblasserdam bestaat uit:
- Overzicht verkrijgen binnen Alblasserdam over het aantal mensen die leven in armoede dan wel te maken hebben met schulden problematieken. De gemeente voert actief beleid om de aantallen inzichtelijk te hebben en stelt daarin doelen.
- Inzicht en overzicht verkrijgen in landelijke fondsen en lokale voorzieningen. Deze moeten op elkaar aansluiten en breed bekend zijn. Hulp kan hiervoor worden gezocht bij de 14 samenwerkende instituten zoals de Nederlandse SchuldHulpRoute, de Voorzieningenwijzer en Geldfit. Dit moet niet alleen bekend zijn bij de hulpverleners maar ook bij de burgers. Het verhoogt hun zelfredzaamheid.
- Een op de negen kinderen groeit op in armoede. Minstens twee kinderen per klas. Het leidt tot verspilling van kansen, generatie op generatie. Maar ieder kind moet mee kunnen doen: sporten, muziekles, zwemles. Extra geld is nodig om armoede onder kinderen te bestrijden. Ook hier kunnen lokale fondsen worden aan gewend (b.v. Stichting Leergeld)
- Veel zelfstandige ondernemers (vooral ZZP-ers) hebben het – al of niet door de corona periode – moeilijk. Het Ondernemersloket Drechtsteden moet laagdrempelig ingericht en makkelijk bereikbaar te zijn. Op gebied van voorlichting en hulp moeten de ondernemers deskundige hulp ontvangen in verbinding met de couleur locale van het zakenleven.
- De inrichting van de Sociale Dienst Drechtsteden moet zodanig zijn dat deze dienst een belangrijke spil is in de hulpverlening. Zij is bij uitstek de professionele organisatie maar werkt nauw samen met de lokale professionals en vrijwilligers. Zij verkleint figuurlijk en letterlijk (klantgericht en op locatie) de afstand tussen de SDD in Dordrecht en de lokale hulpvragers